donderdag 23 augustus 2012

Pouchkine


Ik deed het er echt niet om, geloof me.
We kwamen tegen één uur aan in Parijs. De auto hadden we in de hotelgarage geparkeerd en we waren in onze kamer bezig. Wat heet, ik was bezig want ik moet altijd de anonimiteit van een nieuwe hotelkamer uitbannen door wat heen en weer te schuiven, met mijn koffer en tassen wat te rommelen, om tenslotte te gaan zitten en uit het raam te kijken.
‘Mooi’ zei ik, ‘ik zou wel wat lusten.’ In gedachten liep ik de zo wel bekende boulevards af, zag de peuken en het vuile geasfalteerde trottoir voor me met de hoge platanen. Overal kom je gewone en fijne bakkers tegen waar je wat uit het vuistje kunt eten of even kunt neerstrijken. En als je dan toch maar doorloopt in de hoop dat je straks een nog betere patisserie tegenkomt, sta je ineens voor een man die verse crêpes bakt. Ach, zacht en goudgeel, en dan met fraise of Nutella. 
We verlieten het hotel en Parijs opende zich, omarmde me weer behaagziek op een manier die ik nooit kan weerstaan. 
We wandelden richting Clichy en zochten de schaduw op. De stad was van puur steen hier, het verkeer stroomde machtig en dik richting Montmartre. Starbucks op de Clichy doen? Nee, die is alleen leuk als je achter het raam kunt zitten. Naar links dan? Bd. de Clichy af, Starbucks tegenover de Moulin Rouge… Nee, dan maar langs de Trinité en richting grote warenhuizen, we komen wel wat tegen, eerst liever maar iets Frans.
En zo kwam het dat ik dorstig en met een smachtend gevoel naar iets lekkers ineens langs café Pouchkine liep. Nou zijn er mensen die Parijs niet gezien hebben als ze niet onder de Eiffeltoren hebben gestaan. Ik ben dus zo iemand die Pouchkine gezien moet hebben om een waar voldaan Parijs-gevoel te krijgen. Ik druk me misschien wat sterk uit, maar in principe geeft het wel de ernst van de zaak weer.  
Van buiten konden we al een glimp opvangen van het gebak en het quasi Russische interieur. We gingen naar binnen en ik hing gelijk vol liefde en ontzag tegen de ruitjes aan. Wat een weelde, welk een rijkdom. Week werd ik. De mooiste patisserie stond in rijen in al zijn ongenaakbaarheid te pronken. 
‘Zullen we anders hier maar… wat is er anders verder nog… krijg jij daar geen trek dan van… kijk die nou eens… ooooh!’
We gingen zitten en ik bestelde een creatie als een witte roos. Van fijne witte chocolade waren de blaadjes uiterst teer en delicaat weergegeven. Het binnenste was een ontdekkingsreis, verrassend, veroverend, zinnenberovend. Hoe is het mogelijk dat er zoveel in zo’n klein gebakje gestopt kan worden. Een gedicht was het.
De juffrouw die met de theekaart langs kwam heb ik niet meer opgemerkt. Ineens stond er een heerlijke groene thee naast me die ik savourerend op een wolk genoten heb. Ondergedompeld in het mooiste wat Parijs te bieden heeft.

Achteraf zijn we er in één rechte lijn naar toe gelopen. Het moest zo zijn zeg ik dan tegen mezelf. Dat betekent in zo een geval dat de voorzienigheid besloten heeft, en dat de vrije wil (zo die überhaupt nog bestaat in het geval van patisserie) van de baan is. Wat het ook kost, hoe dik je er ook van wordt, je kunt je er niet meer schuldig over voelen. It’s out of your hands.
Daarom, ga er volgende keer beslist ook eens langs als je in Parijs bent.
Café Pouchkine



Related Posts with Thumbnails