woensdag 30 september 2009

Pasta met gegrilde tonijn, in limoensap en kruiden gemarineerd

Ik heb het boek op aanraden van Ben gekocht. We stonden in Amsterdam op de Haarlemmerdijk voor de kookboekenwinkel. Die dag hadden veel winkels een kraam op straat gezet. Op de houten planken lag een klein stapeltje boeken, Marie Claire - de pure keuken, Donna Hay. Ik zou er misschien zelf niet op gekomen zijn dit boek aan te schaffen maar de overtuigde en liefdevolle wijze waarop hij het boek aanprees maakte dat ik het kocht. Dit weekeinde heb ik er een recept uit gemaakt.

Ik had wat limoenen gekocht omdat ik een traditioneel nagerecht uit de Elzas wilde maken. Een heerlijke citroensorbet met een marc van Gewurztraminer. Dat gerecht hou je nog even tegoed van me. Doordat ik een prachtig stuk tonijn zag liggen wat ik niet kon weerstaan stond het hoofdgerecht vast. Donna Hay bracht beide ingrediënten samen.


Ik heb eerst pasta gemaakt. Het is maar even werk, geeft veel voldoening en smaakt daardoor ook beter. Voor twee personen neem ik 180 gram Italiaanse bloem, 2 eieren, een snufje zout en een drupje olie. Ik kneed dat in een minuutje tot een vast deeg, rol dat een paar keer door de pastamachine zodat het nog een keer goed gekneed wordt, en snij het dan in dunne sliertjes,- spaghetti genoemd.


Ik heb een marinade gemaakt van de geraspte schil van 2 limoentjes, het sap van drie limoentjes, een flinke eetlepel van gedroogde dille en ééntje met gedroogde peterselie (vers is ongetwijfeld beter maar nood breekt wetten), een scheutje olijfolie, 1 rode peper zonder zaad en heel fijn gehakt, en peper en zout. Hier heb ik de tonijn een half uurtje in laten zwemmen waarbij ik hem de rugslag en de borstcrowl geleerd heb.


Ik heb wat sla op het bord geschikt en daar de gekookte spaghetti op gedrapeerd. De marinade heb ik hier overheen gelepeld. Nog een paar blaadjes sla voor het mooie en toen kwam de kort gegrilde tonijn die in plakjes gesneden was erop.

Het leverde een heerlijke en gezonde maaltijd op die ik beslist nog vaker zal maken.


Ik zou hier een wijn bij kiezen die voldoende zuren heeft omdat hij moet opboksen tegen de marinade die later als saus dienst doet. Een wijn die geen malolactische gisting heeft ondergaan behoudt krachtigere zuren omdat dan het aanwezige appelzuur niet omgezet wordt in het zachtere melkzuur. De meeste rode wijnen ondergaan deze gisting omdat ze een behoorlijk hoge zuurgraad hebben en versoepeling van smaak gewenst is. Witte wijnen die niet genoeg zuur hebben worden als ‘plat’ en oninteressant beschouwd. Zij krijgen vaak geen, of een gedeeltelijke malolactische gisting.

Hubrecht Duiker adviseert een stevige chardonnay uit de nieuwe wereld of een viognier bij tonijn. Laat ik nou heel toevallig een fles viognier dit weekeinde geopend hebben. Een flesje van de Sligro. Het bevatte een frisse droge witte wijn uit de Languedoc die rook naar citrus (misschien ook wat grapefruit waar ik door het bittertje en het zuur aan moest denken), perzik en abrikoos. Hoe een wijn gekomen van hellingen met verweerd graniet zo lekker kan smaken blijft me toch verbazen. Hij dronk in ieder geval heerlijk weg al had hij wel wat moeite met het aanwezige zuur.


Ben, bedankt!

zaterdag 26 september 2009

Vin de Paille


‘Vin de Paille wordt inmiddels erg zeldzaam. Het maximale oogstrendement is slecht 20 hectoliter per hectare.’ Zo besluit Peter Klosse in zijn boek Aan de slag met wijn zijn artikel over deze wijn.

Tsja, wie zich mijn laatste artikel herinnert weet dat ik mijn fles in de Auchan in Frankrijk kocht en dat het de laatste fles van de voorraad was. Dat geeft te denken, niet…?

Ik wilde hem graag hebben ook al was het maar een klein flesje en kostte het 20 euro. Ik heb wel wat met liquoreuze wijnen. Al mag ik er dan wel graag iets bij eten.

Wat is nu zo bijzonder aan deze wijn?

De wijn wordt gemaakt in de Jura. Met laat de druiven zolang mogelijk hangen zodat ze zoveel mogelijk suiker kunnen ontwikkelen. Na de oogst worden ze op stromatten gelegd zodat ze kunnen indrogen. Men laat ze zo rustig drie maanden aan hun lot over waardoor het rozijntjes worden. Ergens in februari, als de feestdagen allemaal weer achter de rug zijn en men weer zin krijgt eens wat met wijn te doen, komen ze daar in de Jura weer in actie. Ze persen de rozijnen zodat ze een hele zoete most (zeg maar druivensap) krijgen. Eenmaal goed op dreef maken ze van deze most een wijn met een alcoholpercentage tussen de 14 en 16 procent. Ze stoppen de wijn dan in een fust en vergeten vervolgens glad dat ze een mooi voorraadje opgebouwd hebben. Daar gaat gauw een paar jaar overheen.

Op een mooie dag vinden twee wijnboeren in de kelder een groot vat. Eéntje met een dikke buik en een grote zwarte baret op, klopt eens tegen de eiken voorkant en kijkt vragend naar de ander. Die trekt zijn wenkbrauwen op en mompelt vanonder zijn snor ‘Ah, bon... Hmm… jnsaispâ…’ Zo turen ze dan enkele ogenblikken in elkaars waterige ogen en als ze er dan van overtuigd raken dat de ander hier echt niets van weet besluiten ze een glaasje te tappen. De dikke haalt een bonte zakdoek uit zijn zak en begint een klein bekertje te poetsen. Nijdig mept de ander naar die zakdoek en postuleert zich breeduit voor het fust. Hij pakt zijn tastevin (een wijnproefschaaltje), een erfstuk van zijn opa, spuugt er eens in en wrijft hem schoon met zijn hemd. Dan laat hij er wat van het goudgele vocht in lopen. Hij ruikt, en in doodse stilte neemt hij een slokje. De dikke kijkt ademloos toe en schuift zijn baret naar achter.

‘Et alors…?’

De ander laat zich met gesloten ogen op de grond zakken. Hij zegt niets meer, in zijn snor glinsteren nog wat kleine druppeltjes wijn.

Ze zijn ‘s middags niet aan de keukentafel geweest om te eten. Ook bij het diner, wat ze toch nooit overslaan, heeft niemand ze gezien. Laat in de avond, zijn ze gearmd als gezworen cameraden heel voorzichtig de trap opgeklommen, hebben hun hele familie gekust en zijn met zijn allen weer aan tafel gegaan om een stuk boerenpaté met brood te eten.

Weet je wat ze geroken hebben, geproefd hebben? Aroma’s van gekonfijt fruit, gedroogde zuidvruchten, kaneel en honing. Gekonfijte sinaasappel, pruimen en vast en zeker zat er ook nog een rokerige nootachtige toon in.

dinsdag 22 september 2009

Strowijn en geparfumeerde wijnaroma’s

Het afgelopen weekeinde zijn we in Frankrijk geweest.

Zaterdagochtend moesten we in Ieper (vlakbij de Franse grens) zijn en waren we mooi op tijd om de plaatselijke markt te bezoeken. Heerlijk en onvergelijkbaar met de markt in Rotterdam om er maar één te noemen. Het is een Vlaamse markt maar met een Frans randje. Waarschijnlijk wordt al achthonderd jaar op deze plek markt gehouden en dat tegen een weergaloos decor. De grote lakenhalle torent boven de markt uit aan een ruim plein dat verder omsloten wordt door grote huizen met trapgevels. Nog altijd bloeiende geraniums hangen onder de ramen en langs zonnig ontspannen terrasjes waar het goed toeven is na de markt. Wat mij het meest van de markt opviel waren de enorme hoeveelheden Italiaanse druiven die verkocht werden. Je kon er trouwens wel zes verschillende druivenrassen kopen. Mooi vlees, plaatselijke kazen, kippen (gebraden en levend), prachtig fruit en heerlijke viscreaties bij de viskramen. Maar natuurlijk ontbraken ook de pannenkoeken en de pizza’s niet.

Ach, wat loop ik graag tussen Belgische madammekes over de markt, wat hoor ik ze graag praten met elkaar in hun prachtige taal. Op het terras tegenover me zag ik een wat bleke man alleen van in de zeventig zitten. Hij droeg een luchtige zomerbroek en een bont gekleurd overhemd met korte mouwen. Zo nu en dan speelde de wind frivool met zijn dunne witte haren. Hij zag eruit als iemand die zijn plaats gevonden had in de wereld. Voor hem stond een glas witte wijn en een klein schaaltje met de obligate zoutjes. Terwijl hij zo nu dan het glas naar de mond bracht keek hij kalm naar het volk op de markt. De zon scheen, de hemel was nog even intens blauw als in 1930 of 1964, men groette elkaar en bleef eens stil staan om naar die enorme berg druiven te kijken. Hij stond op, trok zijn boodschappenwagentje achter zich aan en verdween een beetje krom tussen de kramen.

Zaterdagochtend, markt in Ieper.


Om één uur parkeerden we de auto in Lille. Na tien minuten lopen kwam de eerste patissier in zicht. Wat een weelde, wat een diversiteit, welk een finesse, waar een land groot in kan zijn…

Bij de FNAC ging ik op zoek naar het nieuwe boek van Françoise Bernard, zij is een grootheid in de Franse populaire keuken. Ik had een preview van haar boek gezien in de Delicious en was nieuwsgierig geworden. Na enig gezoek en overleg in de winkel kreeg ik een 1248 pagina’s tellende lijvige foliant in handen gedrukt. Ik moet zeggen, ik was onder de indruk. Een compleet overzicht van de Franse keuken, mooie foto’s en prettig geschreven. Nadeel vond ik de vereenvoudigde receptuur. Ik zag een avocadosoep gemaakt van 2 bouillonblokjes en twee of drie andere ingrediënten. Het smaakt waarschijnlijk best goed maar de Franse keuken is voor mij van een hoger niveau dan hier voorgesteld werd. Vijftig euro is waarschijnlijk ook niet eens te veel maar ik liet het staan. Misschien een goede aanwinst voor jonge Fransen die beginnen met koken en van wie verwacht wordt een heel redelijk aanvangsniveau te hebben.

In de Galeries Lafayette kwam ik op de afdeling van L’atelier du vin terecht.

Há, daar staat een doos met aroma’s die in wijn voorkomen. Eens even ruiken…

Ik pakte op goed geluk een plastic capsule en bracht hem verwachtingsvol naar mijn neus. Met gesloten ogen en een verwachtingsvolle glimlach om de lippen inhaleerde ik het odeur. Hoe zouden de viooltjes ruiken? Zou de acacia net ze lekker zijn als in mijn doos thuis?

Bah! Goor! Vies!! Wat een afschuwelijke lucht. Pipi de chat, ofwel kattenpis! Hoe kan je het treffen. Mopperend stopte ik hem terug en begon eerst maar eens op de achterkant te kijken om te zien welke geur ik zou aantreffen. In deze doos zaten 40 geurmonsters waaronder ook enkele wijnfouten zoals kurk en azijnsteek. Nuttig, zonder meer. Ik wil ze tezijnertijd ook hebben maar zal ze los moeten kopen in het assortiment van Jean Lenoir van Le nez du vin. Verder vond ik een aantal geuren die ik probeerde nogal geparfumeerd overkomen. Zacht in de neus maar te liefelijk, te opgesmukt. Sommige zoals champignon en truffel overtuigden me, andere bevreemdden mij omdat ik ze niet verwacht in wijn te zullen aantreffen. Voor honderdvier euro heb je 40 geuren die een aardig overzicht geven van aroma’s die in wijn voorkomen maar ik vraag me af hoelang ze goed blijven in zo’n plastic capsule en hoe representatief ze zijn.


De terugreis voerde ons langs de Auchan bij Roncq. Het is een supermarkt van ongekende omvang waar het heerlijk inkopen is. Deze dagen is de jaarlijkse Foire aux vin daar in bedrijf. Er is een bijzonder groot aanbod van Franse wijnen tegen aantrekkelijke prijzen. Mijn ogen gingen glanzen toen ik de foire betrad. Het epicentrum werd gevormd door een balie met een slordige honderd geopende flessen erop. Mannen en vrouwen er omheen die uit kleine plastic bekertjes de wijn stonden te keuren. Uiteraard ook twee grote koelkasten want het spreekt voor zich in Frankrijk dat je witte wijn en champagnes op de juiste temperatuur aanbiedt. Achter de balie stond een reusachtige man met een witte stofjas aan. Rustig stond hij iedereen te woord en schonk met vaardige hand in vliegende vaart ontelbare bekertjes vol. Men keek met respect naar hem op.

Ik had een lege grote winkelwagen in mijn handen en begaf me op pad. Geloof me, als je van

Franse wijn houdt is dit een walhalla. Alle grote namen, alle wijnstreken kom je op je wandeling tegen. Ik voelde me als majesteit die na afloop van een receptie zich tussen het volk begeeft en door iedereen even hartelijk begroet wordt. Vriendelijk knikkend schreed ik door paden en bleef hier en daar even staan voor een persoonlijke ontmoeting. Even een handje geven aan een Romanée-Conti (ook van adel), even een klopje op de rug van een Gevrey-Chambertin. Het lijstje dat ik op zak had vergat ik glad en ik volgde mijn intuïtie.

Eén fles wilde ik persé mee naar huis nemen. Ik schoot de tweede man in charge aan.

‘Vous avez un vin de paille?’ vroeg ik hem. Hij was kort, dik en gejaagd.

‘Ah! Vin paille!’ Hij beende weg met zijn witte jas fladderend om hem heen richting Jura. Toen ik hem ingehaald had, nadat ik met mijn wagen rakelings langs vele goed geschoeide Franse scheenbenen was gereden, trok hij net de laatste fles uit het rek. Als een koning ontving ik hem uit zijn handen en nam hem op in mijn gevolg. Wij waren zéér tevreden.


Volgende keer meer over deze bijzondere strowijn.

zaterdag 19 september 2009

Geschnetzeltes met Rösti

Hoe ik op het idee ben gekomen weet ik werkelijk niet meer maar we hebben hier Zwitsers in de polder gegeten. Rösti is een aardappelgerecht van geraspte aardappel die in de koekenpan gebakken wordt en Geschnetzeltes is een gerecht van kalfsvlees in een roomsaus. Het was een lekkere combinatie. Ik had wat ontbijtspek en een uitje door de Rösti gedaan en dat gaf een mooi smaaktoontje. Ik vind het zo-ie-zo lekker want ik hou van de knapperig gebakken korst met de zachte binnenkant.

De Geschnetzeltes is romig,- het is bijna een zonde zo romig als hij is. Stukjes champignon en een uitje, wat Herbes de Provence (dat Zwitserland mij moge vergeven), een klein beetje mosterd (alweer een zwak moment van me want je vindt het niet in de recepten terug) en room, overvloedig room, maken dit tot een gerecht waar ik nog met een voldaan en gelukzalig gevoel aan terug denk.

Probeer het eens zou ik zeggen. Gebruik voor de Rösti wel een goede anti-aanbakpan.


Rösti

400 gram aardappelen

1 uitje en een paar plakjes ontbijtspek

40 gram boter/olie

peper, zout en nootmuskaat


Schil de aardappelen en rasp ze grof. Ik gebruikte mijn keukenmachine daarvoor en dan gaat dat snel.

Snij het uitje en het spek in stukjes en bak dat in de boter en olie.

Na een minuutje of wat voeg je de aardappelrasp toe en meng je dat goed zodat alles onder het vet zit. Breng alles op smaak en zet het vuur middelhoog. De komende twintig minuten moet je regelmatig de boel omscheppen en het deksel op de pan houden. De bedoeling is de aardappel te garen.

Dan gaat de deksel van de pan en gaat het vuur hoger. Je drukt de massa goed aan zodat een koek ontstaat en laat de onderkant mooi bruin worden. Het vraagt wat ervaring en je moet wat spelen met het gas, maar dat duurt wel een paar minuten.

Leg een bord op de pan en toon lef. Draai de pan met een elegante zwaai om zodat de Rösti op het bord belandt en doe opnieuw wat boter in de pan. Stort nu de Rösti weer in de pan en bak de onderkant ook mooi bruin.

Snij in stukken en serveer.



Geschnetzeltes

400 gram kalfslappen

bloem

150 gram champignons

1 ui

1 dl droge witte wijn

1 dl bouillon

2,5 dl room (ik geloof dat ik het toch niet over mijn hart kon verkrijgen en wat minder heb genomen)

peper, zout, nootmuskaat en een foelieblaadje

een klein lepeltje mosterd

een snufje Herbes de Provence


Snij de ui in halve ringen en de champignon in plakjes en bak bruin in de boter.

Snij het vlees in reepjes, wentel door de bloem en schroei dicht in de boter.

Voeg de ui en champignons bij het vlees en giet de wijn en de bouillon erbij. Laat dit voor de helft inkoken. Breng op smaak en voeg de room toe.

Laat opnieuw inkoken totdat de saus wat bindt. Ik heb hem op het laatst nog wat extra gebonden met maizena.

Je zou de Geschnetzeltes ook met een mooi stukje brood kunnen eten en een salade.


Wil je een flesje wijn opentrekken dan zou ik kiezen voor een witte wijn. Een Chardonnay lijkt me een heerlijke begeleider.

woensdag 16 september 2009

Spätzle met behulp van een Spätzlezeef


Een poosje geleden heb ik Spätzle met de hand gemaakt. Dat gaat prima maar is wel wat bewerkelijk. Omdat het ons prima smaakte en we in de toekomst wel vaker thuis Spätzle willen eten keek ik eens op het internet rond op zoek naar een Spätzlemaker. Ik kwam op een leuke Duitse site terecht die ooit door twee mannen met een flinke borrel op was opgezet, en allerlei wetenswaardigheden over dit Swäbische gerecht bevat. Wil je wat meer weten over dit gerecht, bijvoorbeeld of het nou wel of geen pasta is, kijk dan eens op: http://www.spaetzle.de.

Ik besloot een Spätzlezeef aan te schaffen. Een middagje Amsterdam leverde verschillende mogelijkheden op. Op de Haarlemmerdijk werd mij een pureeknijper aangeraden. Een mooi apparaat dat echter groot en duur was, niet echt wat ik zocht. Ik bewaarde het beste voor het laatst en kwam bij Duikelman uit.

Jawel, natuurlijk hadden ze een Spätzlezeef. Ik hoefde het niet eens uit te leggen. Ik kwam voldaan met een handig roestvrijstalen Spätzlezeef weer op de Ferdinand Bol terecht en bedacht met innige voldoening dat deze zeef mij vijftien euro had gekost, niet eens duurder dan wat ik vergelijkbaar op het internet bij Duitse bedrijven had gezien. Die Duikelman toch weer!

Dit weekeinde heb ik hem gebruikt. Je vult een pan met water en brengt dat aan de kook. Je legt de zeef als een deksel op de pan en smeert met behulp van een spatel het deeg door de gaatjes. Spannend hoor, de eerste keer. Ik ben maar blijven smeren tot dat al het deeg verdwenen was. De zeef opgelicht en jawel, prachtige Spätzle!



Bij de Spätzle aten we een mooie kalkoenfilet die ik plat geslagen had en gepaneerd met Panko (Japans paneermeel, ik kan en wil nooit meer zonder zitten).

Het sausje bestond uit wat meegebakken uien, een scheutje Pinot noir uit de Bourgogne van Bouchard uit 2007 die ik heel toevallig open had staan, een scheutje room en uit nood, een klein stukje van een bouillonblokje omdat mijn instant kalfsfond op was.


Nog een keer het Spätzlerecept:

180 gram bloem

2 eieren

zout

een 1/2 dl water


Voeg alle ingrediënten samen, meng krachtig en verwerk tot Spätzle.

zaterdag 12 september 2009

Espuma van yoghurt en mango


Het is er dan toch van gekomen, de kogel is door de kerk, ik heb een siphon gekocht. Het apparaat wordt ook wel een Kidde genoemd, of een slagroomspuit. Nou is dat laatste misschien de meest gebruikte functie van het apparaat in de horeca maar daar is het mij niet om te doen. Beslist niet. Ik heb namelijk twee stokpaardjes die mij regelmatig te binnen schieten en dat is een pepervaatje op tafel met een zielloos bodempje poeder erin (het moest verboden worden!), en slagroom uit de slagroomspuit want dat implodeert terwijl je er naar kijkt. Géén vergelijk met handgeslagen slagroom.

Het principe is eenvoudig. Je neemt een vloeistof die je zo nodig zeeft en die vet of gelatine bevat. Je doet hem in de syphon en sluit deze af. Daarna breng je met behulp van een patroon de inhoud onder druk waardoor je na schudden, een luchtige crème of espuma krijgt.

Het leuke voor mij is het gebruik van de siphon voor allerlei espuma’s. Je kunt ze warm en koud serveren of je kunt voor hartige of zoete espuma’s kiezen. Keuze te over. Er zijn verschillende boekjes in de handel en op het internet zijn ook heel veel recepten te vinden. Omdat dit de eerste keer is dat ik mijn siphon gebruikte wilde ik niet gelijk heel veel overhoop halen. Het onderstaande recept, dat ik gevonden heb op www.letscookit.tv, is eenvoudig en veelvuldig inzetbaar.


Neem 300 gram yoghurt, twee blaadjes gelatine, 75 gram suiker en 2 dl room.

Laat de gelatine goed weken in koud water en los dit samen met de suiker op in een klein deel van de yoghurt die je in een pannetje verwarmd hebt.

Voeg dit bij de rest van de room en yoghurt en schenk dit in de siphon. Sluit hem af en schroef voordat je de gaspatroon gebruikt gelijk het spuitmondje erop. Gebruik 1 gaspatroon, of plastischer uitgedrukt, 1 bommetje en schud enkele malen. Bewaar liggend, minstens twee uur in de koeling alvorens een schaaltje vol te spuiten. Garneer met wat vers fruit.


Het leverde een heerlijk luchtige roomyoghurt op. Een zoete verwennerij. De yoghurt blijft ‘staan’ maar is vol en licht tegelijk. Zalig!

zondag 6 september 2009

De 100-daagse oorlog

Je kunt heerlijk wandelen in de Elzas. Denk nou niet dat ik ga vertellen dat het pad langs oude slagvelden en begraafplaatsen leidt, nee, het voert je door wijngaarden naar dorpjes en kleine stadjes. Je kunt bijvoorbeeld de route ‘Sentier Viticole des Grands Crus’ lopen. Voor een wijnliefhebber een bijzondere wandeling want je komt door wijngaarden die bijzondere wijnen opleveren. Ze hebben net iets meer dan hun gewone broeders omdat bijvoorbeeld de ligging of de grondsoort meer bijdragen tot een grote wijn. Ik zag het er eerlijk gezegd niet aan af maar het gaf me een voldaan gevoel dat ik niet zo maar een stukje liep, maar dat mijn voeten bevoorrechte grond betraden.

Het is er rustig op de paden. Temidden van uitgestrekte heuvels vol met wijnstokken kom je eigenlijk maar zelden iemand tegen. De schaarse tekens van leven kwamen van de wijnboeren die met de wijnstokken bezig waren. Er is namelijk een hoop werk te verzetten in een wijngaard. De tijd die een druif nodig heeft van begin tot pluk duurt ongeveer honderd dagen. De wijnboer moet nu alle zeilen bijzetten want er liggen heel wat gevaren op de loer. Vandaar dat men wel eens van de 100-daagse oorlog spreekt.


Afgezien van hagel die de druiven kunnen beschadigen kan ook regen op het verkeerde moment een ramp opleveren. Hevige regenval vlak voor de oogst kan gemakkelijk tot rotting leiden. Bovendien nemen de druiven dan veel water op wat ten koste kan gaan van de kwaliteit.

Bestrijding van schimmelziekten en insecten behoort ook tot het vaste repertoire van de wijnboer. Meeldauw is een gevreesde ziekte die met kopersulfaat bestreden wordt. Nadeel hiervan is dat in de klassieke wijngebieden grote hoeveelheden koper in de grond opgehoopt zijn.

Grijze rot of pourriture grise behoort ook tot de rampen omdat deze rotting slecht te bestrijden is.

Enkele insectenziekten zijn: de druifluis ofwel de phylloxera, Pierce’s disease en Flavencence doré. Er zijn verschillende methoden om hier iets tegen te doen. De boer kan het biologisch aanpakken en feromonen (natuurlijke geurstoffen) in de wijngaard brengen zodat de mannetjes in de war raken en de vrouwtjes niet meer bevruchten. Een hardvochtige aanpak als je er wat langer over nadenkt.

Hij kan ook natuurlijke vijanden van de insecten uitzetten. Bij nader inzien kent deze wijze van bestrijding tenminste twee kanten.

Tenslotte kan hij chemisch bestrijden. Een nadeel is dat insecten een grotere weerstand ontwikkelen en dat er steeds grotere hoeveelheden nodig zijn om effectief te bestrijden.

Voor de aardigheid heb ik op onze wandeling zomaar wat foto’s gemaakt die het snoeien en bestrijden laten zien.



vrijdag 4 september 2009

De Smaakboutique

Wij hebben iets gemeen! We houden allebei van lekker eten en drinken. We scharrelen over de kookboekenafdeling in een boekhandel, we neuzen in allerlei kooktijdschriften, we struinen het internet af op zoek naar inspiratie, we lopen eens een wijnkoperij binnen om een flesje uit te zoeken...

Er is goed nieuws voor ons! De laatste twee bezigheden die ik noemde zijn nu te combineren. Kijk eens bij De Smaakboutique. (Klik voor de koppeling op het groene woord of kijk bij ‘Rondom wijn’ aan de rechterzijde.) Hier kun je op je gemak eens rondsnuffelen om een ideetje op te doen en zelfs iets lekkers kopen! Voordeel is dat je hier gerichter koopt, dat je meer ‘handsvaten’ aan je aankoop hebt.

Ik weet het, het blijft een beetje vaag wat ik zeg. Ga daarom zelf maar eens kijken, het is zo’n leuk initiatief!

Related Posts with Thumbnails